Wanneer mag ik met pensioen?

Dat is afhankelijk van wanneer je jouw pensioenpotjes kunt aanwenden.

Vroeger ging bijna iedereen op dezelfde leeftijd met pensioen. Wanneer je met pensioen ging was dus geen vraag, het antwoord was voor iedereen duidelijk. Tegenwoordig zit dit anders. Iedereen besluit voor zichzelf wat voor hen het beste moment is om te stoppen met werken.

‘Wanneer mag ik met pensioen?’ is dus een vraag die ieder voor zichzelf na moet gaan. Je maakt een keuze op basis van je persoonlijke situatie. Wanneer je met pensioen mag bepaal je dus zelf. Je mag eigenlijk op ieder moment in je leven. Je AOW-leeftijd bepaalt alleen wanneer jij AOW ontvangt. Niet wanneer je met pensioen kunt.

Hoe kom ik erachter wanneer ik met pensioen kan?

Om erachter te komen wanneer je met pensioen kan, zal je moeten uitzoeken wanneer je pensioen krijgt. Dit betekent dat je een overzicht maakt van welk bedrag op welk moment uitgekeerd wordt. Je berekent dus wanneer het financieel mogelijk is om met pensioen te gaan. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de opgebouwde pensioenen, lijfrente en wanneer je recht hebt op de AOW-uitkering.

De data en bedragen die hieruit komen zet je vervolgens in een tijdlijn. Maak een overzicht van de verwachte uitgaven en bekijk waar je op kan besparen. Zo werk je naar de best mogelijke uitkomst voor jou.

Succesvol tot en met Pensioen kan je helpen dit inzichtelijk te krijgen. In veel gevallen vergoed je werkgever (een groot deel van) deze training!

AOW-leeftijd

Wanneer je op of na 1 oktober 1962 bent geboren, is het lastig in te schatten wanneer jouw AOW-uitkering wordt uitbetaald. Tot een geboortedatum van 1 oktober 1962 is de AOW-leeftijd al wel bekend:

Voorbeelden van AOW-leeftijden: wanneer met pensioen

1953 – 1954 – 1955
Ben je geboren na 31 augustus 1953 en voor 1 september 1955? Dan krijg je op de leeftijd van 66 jaar en 4 maanden je AOW-uitkering uitbetaald.

1955 – 1956
Ben je geboren na 31 augustus 1955 en voor 1 juni 1957? Dan krijg je op de leeftijd van 66 jaar en 7 maanden je AOW-uitkering uitbetaald.

1956 – 1957
Ben je geboren na 31 mei 1956 en voor 1 maart 1957? Dan krijg je op de leeftijd van 66 jaar en 10 maanden je AOW-uitkering uitbetaald.

1957 – 1960
Ben je geboren na 28 februari 1957 en voor 1 januari 1961? Dan krijg je op de leeftijd van 67 jaar je AOW-uitkering uitbetaald.

1961-1962
Ben je geboren op of na 1 januari 1961 en voor 1 oktober 1962? Dan krijg je op de leeftijd van 67 jaar en 3 maanden je AOW-uitkering uitbetaald.

Vanaf 1 oktober 1962
De AOW-leeftijd is gekoppeld aan de levensverwachting en kan daarom in de loop van de jaren stijgen. Welke leeftijd dit precies wordt, is van tevoren niet duidelijk. Je krijgt 5 jaar van tevoren te horen vanaf wanneer jouw AOW-uitkering wordt uitbetaald.

Bron: Rijksoverheid

Eerder stoppen met werken

De AOW-leeftijd bepaalt alleen wanneer je AOW ontvangt, niet wanneer je met pensioen kan. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen voor je daadwerkelijke pensioenleeftijd.

Wanneer jij met pensioen kunt of eerder kunt stoppen met werken dan je AOW-leeftijd, hangt ook af van de pensioenpotjes die je tijdens je leven hebt opgebouwd, bijvoorbeeld:

• Spaargeld
• De overwaarde op je woning
• Een lijfrente
• Je potje bij het pensioenfonds

Dit samen heeft invloed op de datum wanneer je met pensioen kunt. Wanneer je AOW uitbetaald krijgt, staat wel vast.